 |
3 augustus 2009
 |
Het plaggen gaat van start.
In het Life-project zal er aan beide zijden van de landsgrens heel wat geplagd worden. Jarenlang is een deel van deze heide bebost geweest. Hierdoor is er op de arme zandbodem een dikke humuslaag gevormd. Nu de bomen gekapt zijn, moet ook deze humuslaag verwijderd worden. Want juist onder deze humuslaag zitten kiemkrachtige zaden de kans af te wachten tot de omstandigheden weer gunstig zijn om te kiemen. Op droge plaatsen hopen we o.a. op soorten als zandzegge, heidespurrie, vroege haver en natuurlijk struikheide. Op de vochtige plagplaatsen zullen de kale plekken o.a. ingenomen worden door soorten als snavelbies, kleine zonnedauw en dopheide.
Grote machines zullen uiterst voorzichtig enkel de humuslaag wegschrapen. Dit werk is geen sinecure. Als er te ondiep geplagd wordt, dan komen de zaden niet vrij en krijgen ze geen kans om te kiemen. Als er te diep geplagd wordt, dan worden ook een deel van de zaden weggevoerd en blijft een zandvlakte over. Eenmaal het plagmateriaal verwijderd is, moet het ook nog afgevoerd worden. Tientallen vrachtwagens zullen aan en af rijden om deze klus te klaren. Dit korte ongemak moeten we erbij nemen.
De natuur zal zich na deze ingreep langzaam herstellen en binnen enkele jaren kunnen we genieten van een open uitgestrekt heidegebied dat over de landsgrenzen heen loopt.
|  |